Property Management is de spil in de relatie tussen huurder en verhuurder. Voor zowel eigenaars als gebruikers ontwikkelt Property Management op basis van de gebruiksgegevens van het gebouw en de analyse van betrouwbare indicatoren innoverende oplossingen om hen te helpen de energie- en milieuprestaties van het gebouw te verbeteren.

In Brussel is de tertiaire sector de tweede meest energieverslindende sector, na de woonsector: hij vertegenwoordigt 35% van het totale eindverbruik, tegenover 38% voor de woningen [1]. Om hun steentje bij te dragen aan de door het Akkoord van Parijs beoogde doelstelling van koolstofneutraliteit tegen 2050, stellen de actoren in de bouw en in tertiair en residentieel vastgoed ESG-strategieën op (Environment - Social - Governance: milieu, maatschappij en goed bestuur) om alle vastgoedactiva (kantoren, logistieke opslagplaatsen, winkels en woningen) te betrekken bij het principe van de duurzame economie. Deze evolutie naar meer verantwoorde gebouwen is echter alleen mogelijk met de medewerking van de eigenaars en huurders van het vastgoed, die er trouwens alle belang bij hebben om zich in te zetten voor een milieugerichte aanpak.

Milieuverantwoordelijkheid als onderdeel van een ESG-aanpak

Voor eigenaars

Vandaag maken veel beleggers gebruik van een ESG-benadering (Environmental, Social, Governance) om hun strategie voor vastgoedbeleggingen te sturen. Door op duurzaamheid gerichte ESG-criteria op te nemen in hun beleggingsbeslissingen, vergewissen de beleggers zich ervan dat ze rekening houden met de risico’s die samenhangen met de veroudering van het gebouw, de ‘reversibiliteit’ (de capaciteit voor herbestemming), de klimaatverandering en de markt.

Voor eigenaars heeft het milieuluik van een ESG-strategie niet alleen betrekking op de milieu-impact van de exploitatie en bezettingswijze van de vastgoedactiva, maar ook op de gevolgen van de bouwwerkzaamheden.

Institutionele beleggers hebben de toegevoegde waarde ingezien van het integreren van een ESG-benadering in hun beleggingsbeleid. Een gebouw dat wordt beheerd met het oog op duurzaamheid is aantrekkelijker en loopt minder risico op huurleegstand.

Pascal Mikse
Pascal Mikse
Directeur Research

Milieuverantwoordelijkheid als onderdeel van het MVO-beleid

Voor huurders

Heel wat ondernemingen hebben een strategie voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) ontwikkeld om de drie luiken Milieu, Sociaal en Duurzame Economie in hun organisatie te integreren. Op die manier komen de bedrijven die als huurder gebouwen betrekken tegemoet aan het toenemende milieubewustzijn van hun werknemers. MVO-engagement kan soms zelfs helpen om talent aan te trekken en te behouden. Volgens een onderzoek van Korn Ferry naar werknemersbetrokkenheid zou 83% van de loontrekkenden die meewerken aan een initiatief van hun bedrijf de eigen werkgever aan anderen aanbevelen.

Of het nu past in de ESG-beleggingsstrategie van de eigenaar-belegger of in de MVO-aanpak van het bedrijf dat een gebouw huurt, het is de taak van Property Management om op te treden als uniek aanspreekpunt en om alle acties voor de optimalisering en valorisatie van het gebouw en het perceel te harmoniseren.

Milieuverantwoordelijkheid op het niveau van het gebouw

Milieu en vastgoed

Het luik 'milieu' speelt in gebouwen op verschillende niveaus een rol: energie, koolstofimpact, afval, biodiversiteit, mobiliteit en het bestand zijn tegen de klimaatverandering.

 

Energie en vastgoed

In gebouwen wordt het energievraagstuk beantwoord door het verminderen van het energieverbruik, door te kiezen voor het juiste type energievoorziening en door het verbeteren van de energieprestaties.

Kerncijfers

In 2018 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19.740 GWh verbruikt. Voor alle sectoren samen kende het totale eindverbruik in 2018 een daling van 4,2% in vergelijking met 1990.

20% van de uitstoot van broeikasgassen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is afkomstig van de verwarming van tertiaire gebouwen* en 34% komt van de residentiële sector.

*Bron: leefmilieu.brussels, bijgewerkt jan. 2021

 

Koolstofimpact en vastgoed

De koolstofimpact heeft betrekking op de directe en indirecte uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de bouw en de exploitatie van gebouwen. Daaronder vallen energieverbruik, vervoer (bijvoorbeeld van werknemers die naar de kantoren komen) en bouwmaterialen.

Voor de bouwsector beoogt de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (herziening juni 2018) tegen 2050 een vermindering van de CO2-uitstoot met 80 tot 95% ten opzichte van 1990. 

 

Afvalbeheer en vastgoed

Het concept circulaire economie staat centraal in de problematiek van het beheer van hulpbronnen. Dit is vooral van belang tijdens de bouw- en renovatiefases, wanneer het sorteren en het valoriseren van werfafval hun nut bewijzen. Ook hergebruik van materialen en kantoorbenodigdheden kan een rol spelen.

Kerncijfers

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen de bouw en de exploitatie van gebouwen 33% van het geproduceerde afval.


Bron: Vademecum circulair bouwen, leefmilieu.brussels, 2021

 

Vastgoed en mobiliteit

Op het vlak van mobiliteit situeert de uitdaging zich op verschillende niveaus: ligging van het kantoor- of woongebouw in de buurt van openbaar vervoer, promoten van zachte mobiliteit bij de gebruikers van de gebouwen (fietsen, carpooling ...), aanzetten tot telewerk.

Kerncijfers

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeurt 36,2% van het woon-werkverkeer met de auto, 34% met de trein en 19% met het openbaar vervoer (metro, tram en bus). Het sterkst stijgt het gebruik van de fiets, van 3% in 2014 naar 4,4% in 2017.

In het Vlaams Gewest worden de auto (67%), de fiets (17%) en de trein (5,2%) het vaakst gebruikt. In het Waals Gewest is de auto koploper (83,3%), gevolgd door metro, tram en bus (4,1%) en de trein (4%).

Bron: Vervoerskeuze voor het woon-werkverkeer, BISA Brussels, 2017